
alumnus Tim Tausendfreund
Docent op FHS St.Gallen, University of Applied Sciences in Zwitserland
Voor, tijdens en na mijn studie: ik was altijd veel aan het reizen. Of het ging om een stage, een onderzoeksproject, vrijwilligerswerk, een uitwisselprogramma, een congres, of een studiereis—verzin het maar—ik kon er geen nee tegen zeggen en dat was goed zo. Natuurlijk begin je dan je studie wat later, doe je er langer over, en kun je ook niet iedereen meenemen die je dierbaar is, maar dat is de prijs die je voor nieuwsgierigheid betaalt.Uiteindelijk ben ik, van oorsprong Duitser, zo ook naar Groningen gekomen als onderzoeker en ik zou niet zijn waar ik nu ben zonder deze omwegen... Daar geef ik les, doe onderzoek, en begeleid studenten op weg naar hun Bachelor of Master of Science in het vak 'Soziale Arbeit'.
Natuurlijk heb je meer nodig dan bakken vol nieuwsgierigheid en ongebreidelde reislust om succesvol een baan als docent te veroveren; laat staan als maatschappelijk werker in de praktijk. Maar, vreemde talen leren, culturele verschillen beleven, en vriendschappen over grenzen heen oprecht behouden, dat zijn wel belangrijke kerncompetenties geweest om aan de kennis te komen die ik nu dagelijks in mijn werk gebruik. “Wat heeft dat nou met Groningen te maken?” zou je kunnen vragen en het antwoord is: “heel veel!”. In mijn ervaring heb je namelijk twee dingen nodig om succesvol te kunnen studeren. Ten eerste een vragende en open houding—daar waar de nieuwsgierigheid en reislust vandaan kwamen—en ten tweede, toegankelijke bronnen van kennis en inspiratie. Aangezien ik bakken vol van het eerste had meegebracht, had Groningen bakkenvol van het tweede te bieden.Drie van deze bronnen hebben Groningen voor mij een onmisbare tussenstop—van uiteindelijk acht jaar— gemaakt: de mensen die er werken en hun expertise, het gezamenlijk beleid van de afdeling Orthopedagogiek, en de overkoepelende faciliteiten van de Rijksuniversiteit Groningen:
Toen ik mijn traject als onderzoeker / PhD-student aan de Rijksuniversiteit Groningen begon, wist ik al dat er een aantal bijzonder deskundige en bevlogen experts binnen het vak van de Orthopedagogiek werkzaam waren. Waar ik niet op had gerekend, was dat dit niet alleen de hoogleraren waren. Ze waren overal te vinden: in alle personeelscategorieën en op alle kennisgebieden van het vak. In het onderwijs, het onderzoek en in de praktijkgerichte opleiding wist ik snel bij wie ik moest zijn om een vraag te kunnen bespreken, advies bij een beslissing te vragen, of samenwerking aan te gaan. Wat het laatste betreft was Groningen een verborgen juweel voor mij. Waar je vaak bij een studiekeuze niet bij stil staat, is hoe belangrijk het is om anderen om je heen te hebben die met hetzelfde traject bezig zijn. In mijn geval waren dat dus andere PhD-studenten, en de afdeling had er een heleboel van. Goud waard—en niet alleen om van elkaar te leren.Zo'n prettige sfeer van samenwerking, ook over de grenzen van je discipline heen, is niet vanzelfsprekend. In het bijzonder niet in de wetenschappen, waar zich onder de noemer van baanbrekende excellentie vaak ook meedogenloze concurrentie verschuilt. Van het eerste was er dus veel te vinden in Groningen, je zou dus verwachten het laatste tenminste hier en daar ook tegen te komen. Dit was niet zo, en dat is naar mijn mening te danken aan een gezamenlijke visie van de hoogleraren op de afdeling Orthopedagogiek. Het was voor hen vanzelfsprekend dat drie differentiaties (jeugdzorg, leerproblemen, en opvoeding en ondersteuning van personen met beperkingen) een geheel dienen te vormen—het vak orthopedagogiek—en niet drie verschillende afdelingen, die zich als een specialisatie ervaren. Daarmee waren ze hun tijd vooruit: Een generalistische visie, inclusief denken, en gezamenlijke aanpak zijn—nationaal en internationaal—kenmerken van een moderne orthopedagogiek, die verschillen als bronnen van kwaliteit koestert en weet te waarborgen. Inhoud en houding vormen hier een geheel—Goud waard.En—last but not least—heeft de Rijksuniversiteit Groningen een schat aan faciliteiten te bieden. Van de administratie en het facility management tot de bibliotheek en de instrumentatiedienst. Van de betrokken deskundige medewerkers tot de boeken en digitale abonnementen van de bibliotheek. De kwaliteit van ondersteunende diensten die ik aan de Rijksuniversiteit vanaf mijn eerste werkdag mocht ervaren verbaasde mij, en ik mis ze bijna ieder dag sinds ik er ben vertrokken. Lokaal georganiseerd, hoef je in de Hortusbuurt niet ver te lopen om boeken te vinden die relevant voor je onderzoek zijn, of om een medewerker aan te schieten die niet alleen begrip heeft voor de alledaagse praktische problemen van een PhD onderzoek, maar ook snel aan een oplossing met je werkt—Goud waard.
lees verder ...