
Andrew Irving
Wie profiteert van het gebruik van het verleden en hoe?
Wij mensen maken voortdurend gebruik van het verleden om iets te zeggen over wie we in het heden zijn: soms onbewust, soms heel bewust. Waar het bijzonder interessant wordt, is wanneer bijvoorbeeld voorheen gekoesterde locaties, landschappen, praktijken en objecten worden verwaarloosd, vergeten of met vernietiging worden bedreigd.
... Bovendien zijn sommige activiteiten zelf (zoals het lopen van de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella of het levend houden van een lokale danstraditie) manieren om 'de keten van herinneringen' in de gemeenschap in stand te houden - met andere woorden, misschien een andere manier van het 'beoefenen' van religie.Volgens recente cijfers brengen 300 miljoen toeristen jaarlijks een bezoek aan religieuze plekken. De grote culturele, politieke, religieuze en economische impact hiervan, en de impact op het milieu, vraagt de aandacht van overheidsorganen op alle niveaus, van private instellingen en musea en van toerisme- en infrastructuurspecialisten. Veranderende religieuze en culturele identiteiten en de houdbaarheid van religieus erfgoedbeheer op de lange termijn, maakt de vraag belangrijk: Hoe gaan we om met – en hoe behouden en communiceren we over – de overblijfselen van ons religieuze verleden?Daarom is het belangrijk dat afgestudeerden in religiewetenschappen en theologie kunnen bijdragen aan dit publieke debat over religieus erfgoed. Ook is het zowel voor het academisch onderzoek als voor geloofsgemeenschappen van vitaal belang om te leren over de manieren waarop ‘leken’ en ‘niet-deskundigen’ religieuze ruimtes, objecten en praktijken herbestemmen – iets waarvan men voorheen dacht dat dit ofwel het domein was van gelovigen ofwel van experts.De MA Heritage and Religion van de RUG is uniek omdat die jou voorbereidt op deze brugfunctie. Je brengt een grondige en kritische opleiding op het gebied van theologie en religie mee in het publieke en private discours over religieus erfgoed. Tegelijkertijd leer je bij te dragen aan de academische bestudering van religieuze geschiedenis en aan geloofsgemeenschappen, doordat je de belangen, vragen en uitdagingen die opkomen bij het bredere publiek dat zich bezighoudt met eigen of andermans religieuze erfgoed communiceert en analyseert.Ik doceer vakken die te maken hebben met de materiële aspecten van religie: beeldende kunst, liturgische riten, boeken, muziek, objecten, materiële cultuur, architectuur en archeologie. De modules zullen je kennis en vaardigheden bijbrengen omtrent het observeren, beschrijven, vergelijken en analyseren van religieuze objecten, ruimten en praktijken uit het verleden en leren nadenken en bevragen wat nodig is voor hun behoud en gebruik in het heden. Het bestuderen van materiële religieuze culturen helpt bij het ‘out of the box’ nadenken over het geleefde geloof.Mijn onderzoek spitst zich toe op het snijvlak van de geschiedenis van boeken en de bestudering van de christelijke eredienst. In christendom, jodendom en islam vormen boeken misschien wel de grootste groep religieuze artefacten die behouden zijn gebleven. Ik doe onderzoek naar de productie en het gebruik van liturgische manuscripten. We kunnen een religieus boek onderzoeken alsof het een archeologische plek is: door steeds meer laagjes weg te pellen, kunnen we meer te weten komen over waar een religieus boek voor bedoeld is, hoe het werkt en wat het ons kan vertellen over de gemeenschappen en mensen die het hebben gemaakt en gebruikt. Het is deze zorgvuldige en geduldige benadering van de omgang met alle materiële aspecten van religie die ik wil inbrengen in de collegezaal, bij veldwerk en bij onderzoek van studenten.
lees verder ...