opbouwDe masterspecialisatie trapt af met de vakken Arbeidsovereenkomstenrecht (AOR) en Ondernemingsrecht 1. In het vak AOR staan de belangrijkste leerstukken uit het individuele arbeidsrecht centraal (bv kwalificatie van de arbeidsovereenkomst, gelijke behandeling, zieke werknemer, wijziging van arbeidsvoorwaarden, zorgplicht en aansprakelijkheid van de werkgever, ontslag en overgang van onderneming). Vrijwel wekelijks wordt geoefend met het oplossen van een complex arbeidsrechtelijk vraagstuk.
In blok 2 staan het Europese arbeidsrecht (EAR) en het socialezekerheidsrecht in de spotlights. Bij EAR gaat het, naast onderwerpen als sociale grondrechten en flexibele arbeid, om grensoverschrijdende arbeid en de doorwerking van het Europese arbeidsrecht in het nationale rechtssysteem. Je bent vrij in je keuze voor een Seminaar Nederlands Recht. Het Seminaar Onderneming en Arbeid (loopt in blok 1) is bij uitstek geschikt voor juristen die in de gecombineerde arbeids- en ondernemingspraktijk werkzaam willen zijn (en waarschijnlijk dus voor jou!).
Onderwerpen die aan de orde (kunnen) komen zijn medezeggenschap en rechtspositie van werknemers bij een reorganisatie of bij een doorstart na faillissement van de werkgever. In blok 3 volg je het vak Collectief arbeidsrecht waarin je wordt ingewijd in de wondere wereld van het cao- en stakingsrecht. Daarnaast begin je in dit blok met het vak Masterclass Procederen in Arbeidszaken. Tijdens de Masterclass doe je op locatie (in de regio en de Randstad) in de togapraktijk praktische vaardigheden op die belangrijk zijn in de arbeidsrechtelijke procespraktijk. Dit vak loopt door in blok 4. In blok 4 volg je tevens het vak Internationaal Arbeidsrecht. De masterspecialisatie sluit af met een scriptie.