Wat religiewetenschappen verder voor mij uniek maakt, is dat de interdisciplinaire aanpak niet kunstmatig hoeft te worden gecreëerd, maar vanzelf ontstaat door een gemeenschappelijke interesse in het onderwerp, in plaats van in de methode.Een van de redenen waarom ik de specialisatie Religie, Conflict en Globalisering volg, is omdat ik geïnteresseerd ben in de manier waarop internationale of grensoverschrijdende krachten van invloed zijn op religie en zich vermengen met politieke en culturele praktijken en discussies. Bovendien bleek, toen ik aan de opleiding begon, dat deze specialisatie zich als enige mastertrack aan de RUG richt op minderheidsgroepen, migratie, gender en etniciteit.Wat dit programma zo speciaal maakt, is de steun die je krijgt bij het ontdekken van je eigen onderzoeksinteresses en je manier van studeren. Je wordt aangemoedigd om onafhankelijk te werken en je tot op een hoog niveau bezig te houden met een onderwerp, met als resultaat dat een promotieplek niet langer een eng idee is, maar een haalbare volgende stap. Ik waardeer dit programma omdat het veel verdergaat dan alleen colleges; het is heel breed en biedt een algemeen begrip van de Europese geschiedenis, cultuur en maatschappij van de afgelopen vierhonderd jaar, inclusief de geschiedenis van kennis, gedachten en geloven, en de gelaagde dynamiek tussen wetenschap en religie die nog steeds van invloed is op de lokale en internationale politiek en praktijk en op dagelijkse situaties. Ik heb geleerd om kritisch na te denken en te discussiëren over onderwerpen en om een perspectief te kiezen zonder te bepalen welke antwoorden waar zijn en welke niet.De grootste uitdaging is de autonomie die je als student hebt. Hoewel het programma een duidelijke, vaste structuur heeft, wordt als ReMa-student van je verwacht dat je je eigen vakken plant, je eigen mentor en ondersteuning regelt en je eigen stages organiseert. Het is heel belangrijk om de juiste balans te vinden! Als onderdeel van mijn stage mocht ik dit collegejaar twee presentaties geven tijdens de jaarlijkse conferentie van de European Association for the Study of Religions in Estland. Bovendien heb ik geholpen bij de organisatie van een symposium in Berlijn en ben ik naar Rome geweest voor een masterclass van Birgit Meyer aan het Koninklijk Nederlands Instituut. Mijn masterscriptie gaat over non-lineair schrijven en ecokritisch monisme in zwarte, feministische lyriek. Ik ben geïnteresseerd in lineariteit als wit, patriarchaal middel van kenniscreatie dat wordt gezien als tegengesteld aan niet-lineaire vormen van expressie, zoals mythevorming. In mijn scriptie kijk ik naar de manieren waarop dit dualisme tussen mythe en kennis door zwarte, feministische lyriek wordt overbrugd door middel van een vorm van “monistische worlding” die radicale liefde als de enige energiebron beschouwt. Ik ben geïnteresseerd in deze radicale liefde als een vorm van ecokritiek die verenigt in plaats van verdeelt.

Daarnaast mag je je eigen ideeën met betrekking tot de werkcolleges en stages naar voren brengen. Hierdoor kan ik echt activiteiten kiezen die goed aansluiten bij mijn onderzoeksonderwerp. Ik voel me ook erg gesteund door mijn persoonlijke mentor en de andere professoren die me in dit programma begeleiden. Ik kan altijd bij iemand aankloppen met vragen of als ik advies nodig heb over bijvoorbeeld een artikel dat ik wil schrijven of een activiteit waar ik aan wil deelnemen.Ik heb de specialisatie track Religion, Conflict, and Globalization gekozen omdat deze track het beste bij mijn onderzoeksinteresse past. In mijn onderzoek richt ik me veel op de vooroordelen die er zijn rondom nieuwe religieuze bewegingen. Ik richt me vooral op de effecten die woorden als 'culten', 'sektes' en 'alternatieve spiritualiteit' hebben op de individuen die deel uitmaken van nieuwe religieuze bewegingen. Het is algemeen bekend dat het vooroordeel bestaat dat veel 'sektes' - een woord dat ik in mijn onderzoek liever vermijd - gewelddadig zijn en dat leden van deze groepen worden gehersenspoeld. Met mijn onderzoek probeer ik beleid te ontwikkelen dat het begrip tussen individuen van nieuwe religieuze bewegingen en leden van de bredere (meestal christelijke) samenleving, zoals politici en overheidsfunctionarissen, kan versterken en positief kan ontwikkelen. Vakken zoals Religion, Violence, and Conflict Transformation van dr. Joram Tarusarira passen goed bij dit onderwerp en voorzien mij van de nodige achtergrondinformatie.

Mijn medestudenten hebben uiteenlopende achtergronden. Dat maakt de discussies in de klas heel interessant. Ik denk dat dit Masterprogramma niet alleen helpt om je kennis uit te breiden, maar dat je er ook persoonlijk door verandert.Mijn scriptie richt zich op de rol van religie in internationale ontwikkelingsprogramma’s. Omdat West-Europa de internationale politiek domineert, is de ontwikkelingsagenda heel seculier en worden lokale religieuze en culturele systemen vaak niet serieus genomen. In mijn scriptie kijk ik naar religieuze NGO’s en onderzoek ik of ze in dit opzicht iets nieuws brengen. Na mijn afstuderen wil ik een PhD gaan doen om meer over dit onderwerp te leren. In de toekomst hoop ik als academicus te gaan werken of mijn eigen NGO op te richten, een NGO die probeert om de belangen en doelen van lokale gemeenschappen te dienen en niet die van politici of grote bedrijven.